Draai om je oren
Jazz en meer - Weblog





 




Vooruitblik / Interview
Lee Konitz


Op zondag 28 november speelt Lee Konitz in het Bimhuis met zijn New Quartet. Drie dagen later, op woensdag 1 december (de openingsavond van de Dutch Jazz & World Meeting 2010), treedt hij er weer op, deze keer in duo met pianist Guus Janssen. Ter opluistering van dit bezoek hieronder de weergave van een telefonisch interview dat ik in januari 2006 had met de altsaxofonist. Of, zoals drummer Jim Black het zegt in de programmafolder van het Bimhuis: "Konitz = Legend. Need I say more?"

De ondanks zijn achtenzeventig jaar nog altijd avontuurlijke blazer heeft al meer dan een halve eeuw jazz op topniveau achter de rug, maar hij blikt het liefst vooruit. Kenners beschouwen hem als een van de meest originele artiesten in de jazz. Wars van effectbejag streeft hij altijd naar de expressiviteit van het melodisch improviseren. Hij is een van die weinige musici wiens spel na slechts enkele noten herkenbaar is. Al in de jaren vijftig werd zijn invloed als altist vergeleken met die van Charlie Parker. Een mooie aanleiding voor een interview met deze 'levende legende', zoals hij zich met een forse dosis zelfspot laat noemen.

In zijn drukke schema heeft hij net anderhalve dag over om zich te laten ondervragen. Diezelfde ochtend is hij terug komen vliegen uit de VS en morgen moet hij naar Frankrijk. Weer een week later moet hij met gitarist Bill Frisell in New York het podium op. Konitz woont nu in Keulen waar hij zo'n acht jaar geleden neergestreken is, maar heeft ook woningen in de VS en Polen. Hoe dat komt? "Ik heb een Duitse vrouw leren kennen, die ook toevallig uit het westen van Polen komt. De meeste tijd ben ik in Europa, omdat dat ik hier meer werk heb." Dat vele reizen vindt hij niet zo erg. "Daar word ik nu eenmaal voor betaald. Ik zorg ervoor dat ik business class reis en dan ontspan ik me gewoon met een boek erbij." Lee Konitz wacht tot hij uitgenodigd wordt en dan beslist hij of hij tijd heeft om te spelen. Een vaste band heeft hij dan ook niet. Hij speelt veel met jongere muzikanten en laat zijn naam graag door hen afficheren, zodat ze makkelijker aan de bak komen.

Konitz begon muziek te maken op de klarinet, schakelde al als scholier over op de altsax, omdat daar "meer toekomst in zat. Tegenwoordig speel ik geen tenor meer, want die is gewoon te zwaar tijdens het reizen. Wel ik neem op deze reis mijn sopraansax mee." Ondanks zijn hoge leeftijd vindt hij het nodig om dagelijks te blijven oefenen. "Twee of drie uur per dag, maar ik houd het leuk door me te concentreren op de improvisatie." Zijn befaamde soepele, zoete geluid, dat beïnvloed is door swing-saxofonisten als Benny Carter en Johnny Hodges, houd hij bewust bij, want vanzelf gaat dat niet. Ook als componist is hij dagelijks in de weer, maar omdat hij zo veel met tijdelijke partners speelt, komt hij als uitvoerende nauwelijks toe aan zijn eigen stukken. Hij speelt dus meestal de bekende standards, zoals van Jerome Kern of Richard Rodgers, die bijna elke jazzmusikant kent. "Ik improviseer graag op die goede, oude stukken, en dan het liefst nog in kleinere bezettingen, duo's, trio's, kwartetten, en de laatste tijd in een nonet. Ook speel ik liever niet in heel hoge tempi."

Jaarlijks komen er drie of vier cd's van hem uit, en zijn discografie beslaat dan ook een paar honderd albums. "Zelf houd ik dat niet bij. Ik ben dol op het maken van platen. Zaterdag heb ik er net één opgenomen en de komende week in New York neem ik er nog één op. Ik heb geen vast label. Als ik gevraagd wordt, zeg ik meestal ja, want ik beschouw het als een optreden. Er zijn labels die me goed betalen, zoals Blue Note, maar van Steeple Chase kreeg ik een factuur volgens welke zij nog geld van me tegoed zouden hebben."

Hoe beslist of hij met iemand gaat spelen? "Ik heb wel enkele favoriete musici waarmee ik graag samenspeel, zoals Marc Johnson, Brad Mehldau, Peter Bernstein, Matt Wilson, Rufus Reid, Joey Baron en Bill Stewart. Mijn voornaamste criterium is dat ze luisteren tijdens het spelen." Aan hokjes heeft Konitz maling en hij speelt met musici die evenzeer tot de bebop als tot de nieuwe jazz gerekend worden. "Nog steeds, na optredens, komen mensen naar me toe die het hebben over hoe goed ik was met Miles Davis (het beroemde album 'Birth Of The Cool' uit 1949) of Lennie Tristano. Ik vraag ze dan hoe ze me vandaag dan vonden spelen. Mijn instelling is het om elke dag opnieuw te proberen te improviseren. Wat dat betreft ben ik dezelfde gebleven, al denk ik dat nu meer inzicht heb in de muziek."

Dit stuk verscheen eerder in andere vorm in het Leidsch Dagblad.

Meer weten?
Op de website van het Bimhuis staat meer informatie over dit concert. Klik hier (Lee Konitz New Quartet) en hier (Duo Konitz/Janssen).

(Ken Vos, 5.11.10) - - [naar boven]


Lees verder in het archief...








Menupagina's:




Cd van het moment:
Sylvie Courvoisier - 'Chimaera'

Klik op de hoes om een track te beluisteren en voor meer informatie





Nieuws, tips, suggesties, adverteren, meewerken?
Mail de redactie.